Corona-uitbraak in Afrika betekent medische ramp voor zwakke gezondheidssystemen
In Afrika zijn er voorlopig relatief weinig gevallen van COVID-19 vastgesteld. Op 20 maart ging het om 768 patiënten, waaronder 14 in DR Congo (WHO African Region). Egypte is met 210 gevallen het hardst getroffen. Tot nu toe zijn de meeste gevallen geïmporteerd uit Europa. Al is het absoluut niet zeker dat alle infecties ook effectief gedetecteerd worden.
Verschillende Afrikaanse landen, waaronder DR Congo, nemen sinds enkele dagen strenge maatregelen om een mogelijke beginnende epidemie de kop in te drukken. Deze maatregelen zijn sterk vergelijkbaar met de onze (verbod op grote bijeenkomsten, strikte preventie rond hygiëne, …). Dit lijkt een goede zaak, maar tegelijkertijd roept het vragen op over de neveneffecten voor de reeds kwetsbare bevolking. Het sluiten van winkels, restaurants en bars bijvoorbeeld, neemt het schamele inkomen weg van honderdduizenden mensen. Want een technische werkloosheidsvergoeding, daar is tot op heden geen sprake van. Indien mensen daarbovenop ziek worden, zullen ze niet in staat zijn om de kosten voor gezondheidszorg te betalen, met alle gevolgen van dien.
Zwakke gezondheidssystemen
Dat het virus, ondanks de voorlopig lagere verspreiding, dus ook voor Afrika een gevaar vormt is duidelijk. “De gevolgen van een epidemie in Afrika kunnen veel erger zijn dan in andere delen van de wereld”, zegt dokter Elies Van Belle, manager Development and Funding bij Memisa. “Een uitbraak in Afrika kan een medische ramp veroorzaken door zwakke en weinig toegankelijke gezondheidssystemen.”
De afwezigheid van een degelijke gezondheidszorg maakt een indamming in Afrika namelijk erg moeilijk. Door een gebrek aan hygiëne loopt medisch personeel een groot risico om besmet te raken en praktische maatregelen – zoals geregeld de handen wassen met zeep – is moeilijk wanneer er geen stromend water, laat staan zeep voorhanden is. Bovendien ontbreken de middelen om mensen op grote schaal te isoleren of in quarantaine te plaatsen. En thuiswerk is gezien de aard van de jobs en beperkte technologie, veel minder evident in Afrika.
Warmte?
Dat er in Afrika weinig mensen met het coronavirus besmet lijken te zijn, kan meerdere redenen hebben. Een veelgehoorde theorie is dat het virus in het warme Afrika slecht gedijt. Maar voorlopig is het niet bewezen dat hoge temperaturen een rol zouden spelen bij de lage verspreidingsgraad in Afrika. “Op het terrein lijkt het wel zo dat het virus niet van warmte houdt, maar verder onderzoek is nodig”, klinkt het bij de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO). Daarnaast wordt als verklaring ook vaak naar de demografische piramide verwezen: er zijn minder oudere mensen en die behoren tot de risicogroep.
Memisa blijft strijden voor gezondheidszorg voor iedereen
“Willen we de impact van zo’n epidemie in het zuiden vertragen, moeten we de kwaliteit van de zorg en de toegang tot de zorg voor iedereen verbeteren. Iets waar Memisa dagelijks aan werkt. Basisgezondheidsstructuren die goed functioneren zijn namelijk beter voorbereid om grote aantallen patiënten op te vangen indien nodig. Het is belangrijk om te investeren in infrastructuur, de bevolking te sensibiliseren en surveillancesystemen op te zetten zodat nieuwe ziekten herkend en opgevolgd kunnen worden”, benadrukt dokter Elies Van Belle.
Memisa doet er op dit moment alles aan om haar lopende programma’s verder te zetten om zo de meest kwetsbaarste gemeenschappen in Afrika en India te ondersteunen. De huidige reisbeperkingen beïnvloeden onze acties, maar samen met onze lokale collega’s en partners blijven we de situatie ter plaatse op de voet opvolgen. In België garanderen we dankzij thuiswerk de continuïteit van ons werking.
We doen dan ook een warme oproep tot internationale solidariteit in deze vreemde tijden, waar het eens te meer duidelijk is dat we elkaar nodig hebben: jong en oud, arm en rijk, in het noorden en het zuiden!
Gelijkaardige artikels
Steun ons project
Steun dit jaar de bouw van een medisch centrum in Pay Kongila in de DR Congo
Ik doe een gift